Gewassen, met propere kleren en gepoetste schoenen wil ik bij valavond sluipend het huis verlaten. Ik wil belachelijk impulsief overvallen worden met de gedachte dat ik op het dak van het huis van de buren ga kruipen. Al klauterend van steen naar steen, zal ik door het raam vaag zien hoe de buurvrouw vrijt met niet de man van haar dromen. Langs de andere kant van het huis donder ik langs de regenpijp naar beneden en in een nat grasveld tuur ik suffend naar de wolken.
De mouwen van mijn trui trek ik over mijn klamme vingers wanneer ik bedeesd de eerste voorbijganger aanspreek, mijn zielsgenoot voor de nacht. Als teken van verbondenheid zouden we de veters van één schoen van elkaar, aan elkaar vast kunnen binden en nooit struikelen. Met wat geluk ben je zelfs de liefde van mijn leven en kussen we elkaar wanneer de tippen van onze schoenen elkaar speels raken. Daarna wensen we dat we altijd en overal, met alle veters aan elkaar, samen door het leven stappen.
Mijn hongergevoel spreekt altijd en overal, dus ik ga op zoek naar de lekkerste tomaten in een moestuin. We zullen terechtkomen in een grootse tuin van – natuurlijk – een kasteel waar kippen in een verdoken hoekje slapen. Mijn zielsgenoot zal een kip achterna rennen waarop de tweevoeter aanvallend in het rond begint te fladderen. Daarna zal ze (niet de kip) gillen als een meisje dat verkracht wordt in een duistere steeg (sarcasme, ach ja). De huisbewaarder van het kasteel zal krankzinnig een schot lossen waarop we giechelend van angst vluchten en onderduiken in een rioolgracht.
Stinkend zal ik je nog steeds graag zien, maar we gaan naar het mysterieus ogend kanaal om een origineel bad te nemen. We houden niet van water, maar dagen elkaar uit om van de brug in het zwarte gat te springen. Jij durft, ik niet. Voordat je springt steek ik bloemen in je haren, die dagen daarna het kille water zullen sieren. Met een klap stort je in het water waar je schreeuwt dat je niet kan zwemmen, enkel verzuipen. Ik zeg dat ik je haat en van je hou. Ik spring.
Op de eenzame weg langs het kanaal wandelen we van het ene verkeersbord naar de volgende lantaarnpaal, druipend en drogend. Je wil lopen zodat je haren flapperen, je wil lachend rennen, zodat de wind je natte kleren en plakkerig haar kan drogen. Sneller als mij, loop je, en loop je van me weg. Gewassen, met propere kleren en gepoetste schoenen kom ik sluipend terug thuis.
en ik zag een fris gewassen meid, proper gekleed en met gepoetste schoenen op weg naar mijn tomaten en komkommers, papika's en courgettes. Een ze stapte daarna resoluut naar het kippenkasteel. De gillende gevederde maagden deden mij naar de buks grijpen.
Eén krankzinnig waarschuwingsschot was voldoende om haar in de stinkende gracht te laten duiken.
Toen liep ze richting kanaal. Ze was blijkbaar niet alleen.
Name: Cherry Blossom Girl Home: Limburg, Belgium About Me: Altijd onderweg op het pad dat het leven is. Dromend en klaarwakker, eenvoudig en gecompliceerd, grommelend en genietend dans ik door de dagen...
Wat een avontuur. C zijn tomaten zijn zelfs niet veilig ;)
Mooi geschreven Lienemien.