"Zijn verlangen naar haar had hem geen ogenblik verlaten. Hij had haar teruggevonden in de duistere slaapkamers van ingenomen dorpen, vooral in de meest vunzige; hij had haar opgeroepen in de geur van geronnen bloed die opsteeg uit het verband der gewonden en in de plotselinge beklemming van het doodsgevaar, altijd en overal.
Hij was van haar weggevlucht om te proberen de herinnering aan haar uit te wissen - niet alleen door de afstand, maar ook door een onbesuisde vechtlucht die door zijn strijdmakkers voor heldenmoed werd aangezien. Maar hoe meer hij haar beeld door het slijk van de oorlog sleepte, des te meer begon de oorlog zelf op Amaranta te lijken."
Uit 'Honderd jaar eenzaamheid' - Gabriel García MárquezLabels: Honderd jaar eenzaamheid Gabriel García Márquez |